De opdracht deze week was om met groenten te koken, inclusief het dessert. Ik vond dat een leuke opdracht, het toetje was het uitdagendst. Tot mijn verbazing was bij een aantal anderen het uitgangspunt: een maaltijd zonder vlees.
Dat lijkt een klein verschil, maar is wel wezenlijk. Als je altijd vlees als vertrekpunt neemt wordt het lastig en mis je iets. Als je groenten als vertrekpunt neemt kan het mij zomaar gebeuren dat ik geen vlees inplan.
In de opdracht was veel voorgeschreven; bereidingwijzen en de te gebruiken groenten. Toch ontstond er erg veel variatie op alle borden.
Een bitterbal met kerrie, schorseneren in tempurabeslag en knolselderij in bierbeslag. Dat was de amuse.
Mijn bitterbal maakte ik van puree van knolselderij die in melk en vadouvan gekookt was.
Dan volgde een soepje: het werd een warm venkel-dragonsoepje. Met wat geroosterde ui en stukjes krokante kaas.
Mijn hoofdgerecht bestond uit geroosterde pompoen volgens Ottolenghi (blz 72 Plenty) met een koolrabi/witte koolsalade met dille erbij (aanrader. blz 99 uit Plenty minus de morieljes) en ik maakte met freekeh gevulde tomaten.
Als dessert werd het in sinaasappelsap en kardemom gekookte repen wortel. Opgerold met zeer pure chocolade en een sinaasappelkardemomroom erbij. Het dessert had ik gedurende het weekend in verschillende variaties en diktes gemaakt. Maar dat mag nog wel een paar keer. De wortel was nu iets te dik en de chocolade brokkelde wat. Maar ik vond het wel erg lekker.
Klasgenoot D. had een verrukkelijke pompoenijs gemaakt. Zonder suiker en toch was het heel zoet. Langzaam garen van groenten haalt de suikers naar boven.
Het is jammer dat we maar 1 les besteden aan creatieven met groenten. Ik zou daar wel een heel blok van willen.
Na de zomer maar eens kijken wat er voor leuke lessen en cursussen zijn.